ACT strategie: werken met moeilijke cliënten

Het werken met moeilijke cliënten kan uitdagend zijn, en soms zelfs heel frustrerend. Acceptance and Commitment Therapy (ACT) biedt een breed scala aan strategieën om deze situaties effectief aan te pakken. ACT richt zich op het bevorderen van psychologische flexibiliteit door acceptatie en het identificeren van waarden-gedreven actie. In dit artikel delen we praktische ACT-strategieën die je als ACT-therapeut kunt inzetten om je werk met moeilijke cliënten te verbeteren.

1. Bouw een stevige therapeutische relatie op

Een sterke therapeutische relatie is essentieel voor het succes van elke therapeutische interventie, vooral met moeilijke cliënten die mogelijk wantrouwend of defensief zijn.

ACT-toepassing

– Empathische communicatie: Luister actief en maak veelvuldig gebruik van empathische reacties om een hechte vertrouwensband op te bouwen. Reflecteer gevoelens en gedachten om te laten zien dat je de cliënt begrijpt.

– Eerlijkheid en transparantie: Wees open over de ACT-benadering en stel duidelijke verwachtingen voor de therapie. Dit helpt om misverstanden te voorkomen en creëert een gevoel van veiligheid.

In plaats van direct in te gaan op problemen, besteed de eerste sessie aan het opbouwen van rapport door de cliënt te vragen naar hun achtergrond en wat hen naar therapie heeft gebracht. Laat zien dat je hun verhaal serieus neemt.

2. Gebruik cognitieve defusie om gedachten te ontkrachten

Moeilijke cliënten zitten vaak erg vast in negatieve denkpatronen die hun vooruitgang blokkeren. Cognitieve defusie helpt hen om afstand te nemen van deze gedachten en ze te zien als simpelweg woorden of beelden.

ACT-toepassing

– Defusiemethoden: Laat de cliënt bijvoorbeeld negatieve gedachten herhalen totdat ze hun betekenis verliezen of gebruik humoristische technieken zoals het zingen van gedachten op een grappige melodie.

– Metafoor voor defusie: Gebruik bijvoorbeeld de “Passagiers in de Bus”-metafoor om uit te leggen hoe gedachten aanwezig kunnen zijn zonder de richting van hun leven te bepalen.

Een cliënt die herhaaldelijk denkt “Ik ben niet goed genoeg” kan worden gevraagd om deze zin herhaaldelijk uit te spreken met een grappige stem totdat het minder krachtig aanvoelt.

3. Bevorder acceptatie en vermijd vermijding

Moeilijke cliënten vermijden ook vaak pijnlijke gevoelens of situaties, wat hun problemen op de lange termijn verergert. Acceptatie helpt hen om ruimte te maken voor deze gevoelens zonder zich erdoor te laten overmannen.

ACT-toepassing

– Acceptatieoefeningen: Gebruik lichaamsgerichte oefeningen om cliënten te helpen hun emoties te voelen zonder ertegen te vechten. Laat hen bijvoorbeeld hun ogen sluiten en zich concentreren op de fysieke sensaties die met een bepaalde emotie gepaard gaan.

– Mindfulness: Integreer mindfulness-technieken om cliënten te helpen aanwezig te blijven in het moment en hun gedachten en gevoelens zonder oordeel te observeren.

Als een cliënt angst ervaart, laat hem dan stil zitten, de ogen sluiten en beschrijven waar hij de angst in zijn lichaam voelt zonder deze sensaties te willen veranderen.

4. Identificeer en werk met waarden

Het helpen van cliënten om hun kernwaarden te identificeren, kan hen motiveren om actie te ondernemen die in lijn is met deze waarden (zelfs wanneer dit ongemak veroorzaakt).

ACT-toepassing

– Waardenverkenning: Gebruik vragenlijsten of gesprekken om te verkennen wat de cliënt echt belangrijk vindt in het leven. Dit kan betrekking hebben op relaties, carrière, persoonlijke groei, enzovoort.

– Waarden-gebaseerde doelen: Help cliënten om concrete doelen te stellen die in lijn zijn met hun waarden en werk samen aan stappen om deze doelen te bereiken.

Een cliënt die waarde hecht aan familie kan worden aangemoedigd om kleine stappen te ondernemen, zoals het plannen van regelmatige familiebijeenkomsten, ondanks gevoelens van angst of ongemak.

5. Gebruik experiëntiële oefeningen om inzicht te verdiepen

Experiëntiële oefeningen helpen cliënten om nieuwe perspectieven te ervaren en om te gaan met hun moeilijkheden door directe ervaring, in plaats van louter intellectuele discussies.

ACT-toepassing

– Rollenspelen: Gebruik rollenspelen om situaties na te bootsen waarin de cliënt moeite heeft en werk samen aan het oefenen van nieuwe gedragingen.

– Visualisatie: Vraag cliënten om situaties te visualiseren waarin ze hun waarden volgen, ondanks ongemakkelijke emoties, en bespreek hoe ze zich zouden voelen en gedragen.

Laat een cliënt die bang is voor afwijzing visualiseren hoe het zou zijn om een belangrijk gesprek aan te gaan terwijl hij zich richt op zijn waarde van open communicatie.

6. Monitor en evalueer voortgang continu

Regelmatige evaluatie helpt om te zien wat werkt en wat niet. Daarnaast maakt evaluatie het mogelijk om de behandelingsaanpak aan te passen aan de veranderende behoeften van de cliënt.

ACT-toepassing

– Gestructureerde feedback: Vraag cliënten regelmatig om feedback over wat ze nuttig vinden en waar ze nog uitdagingen ervaren.

– Flexibele aanpassing: Wees bereid om je aanpak aan te passen op basis van deze feedback en de voortgang van de cliënt. Gebruik hulpmiddelen zoals vragenlijsten om objectieve gegevens te verzamelen.

Vraag elke sessie aan de cliënt wat hij als nuttig heeft ervaren in de sessie en wat minder. Pas je therapie-aanpak dienovereenkomstig aan.

Het werken met moeilijke cliënten kan zeer zeker een uitdaging zijn, maar door gebruik te maken van ACT-strategieën als cognitieve defusie, acceptatie, waarden-gebaseerde actie en experiëntiële oefeningen, kun je als therapeut effectiever inspelen op de unieke behoeften van je cliënten. De bovenstaande strategieën helpen je om de barrières te doorbreken waar cliënten tegenaan lopen en bevorderen een dieper niveau van psychologische flexibiliteit.